Met de wens voor de nacht nog in gedachten staat de dag ‘beeld’ig op. Een lichte elfenvleugelslag brengt het water van het beekje in beroering en brengt JJ in vervoering.
≈
ik kijk uit het raam naar de blauwe lucht
een witte wolk drijft snel voorbij
komt dat door haar, die windkracht elf
of beweegt de wolk vanzelf
≈
de witte wolk krijgt and’re vorm
de blauwe lucht blijft blauwe lucht
zoals zij was zo zal zij zijn
als teken van de zonneschijn
≈
hoe kan een wolk zichzelf verklaren
wanneer hij komt en gaat
maar dat waarin hij zich beweegt
is de eenheid die eeuwig leeft
≈
het éénzijn blijft mij diep ontroeren
ik ben de wolk, zij lijkt de lucht
zie hoe ik zweef in het hemelsblauw
mijn vormen krijg van windkracht elf
≈
ik ben de wolk en zweef in ‘t Al
het hemelsblauw is windkracht elf
ik zweef in haar, zij drijft in mij
van sprookjesbos naar oceaan
≈
≈
voor ‘ Four Green Eyes’…
wit en blauw is groen…
Groen Geluk
≈
wordt vervolgd…tot NU…